In het dagelijks leven verwachten we dat gebouwen, wegen en andere constructies veilig zijn om te gebruiken. Helaas ontstaan er soms ongelukken door gebreken in deze constructies, ook wel opstallen genoemd. In zulke gevallen speelt artikel 6:174 van het Burgerlijk Wetboek (BW) een belangrijke rol. Dit artikel gaat over de aansprakelijkheid van de eigenaar of beheerder van een opstal wanneer iemand schade lijdt door een gebrek aan die opstal. Het is een juridisch middel dat slachtoffers helpt om een schadevergoeding te krijgen. Maar wat houdt dit artikel precies in, en hoe werkt het in de praktijk? In dit artikel leggen we het uit voor iedereen zonder juridische achtergrond.
Voordat we dieper ingaan op de inhoud van artikel 6:174 BW, is het belangrijk om te begrijpen wat in juridische zin onder “opstallen” valt. Een opstal is in feite een gebouw of andere constructie die vast zit aan de grond, zoals huizen, kantoren, bruggen en zelfs wegen. Ook zaken zoals lantaarnpalen of schuttingen kunnen hieronder vallen. Het artikel is relevant wanneer deze opstallen gebrekkig zijn en daardoor een gevaar vormen voor de veiligheid van personen of eigendommen.
Een belangrijk onderdeel van artikel 6:174 BW is het begrip “gebrek.” In de context van het artikel betekent een gebrek dat de opstal niet voldoet aan de eisen die men eraan mag stellen om veilig te zijn. Dit kan bijvoorbeeld gaan om een loszittende dakpan die naar beneden valt, een gebroken trapleuning of een verzakte stoep die struikelgevaar oplevert. Het gebrek moet een zodanig gevaar vormen dat het redelijkerwijs niet geaccepteerd kan worden in een normale situatie.
Artikel 6:174 BW bepaalt dat de bezitter van een opstal aansprakelijk is voor schade die ontstaat door een gebrek aan die opstal. De bezitter is meestal de eigenaar van het gebouw of de constructie, maar kan in sommige gevallen ook iemand anders zijn die het beheer over het pand heeft, zoals een huurder. De kern van dit artikel is dat de eigenaar of bezitter verantwoordelijk wordt gehouden voor de schade, ook al heeft hij zelf het gebrek niet veroorzaakt of was hij er niet direct van op de hoogte.
De wet spreekt hier van risicoaansprakelijkheid. Dit betekent dat de bezitter aansprakelijk is, ongeacht of hij wist van het gebrek of al het mogelijke heeft gedaan om het te voorkomen. Het maakt niet uit of hij zelf iets fout heeft gedaan; het enkele feit dat het gebouw of de opstal gebrekkig was en daardoor schade heeft veroorzaakt, is voldoende om de bezitter aansprakelijk te stellen. Het idee hierachter is dat de bezitter verantwoordelijk is voor zijn eigendom en de mensen die zich in of rond dat eigendom bevinden, ongeacht of hij persoonlijk nalatig is geweest.
De schade waar artikel 6:174 BW op ziet, kan zowel materiële als immateriële schade zijn. Materiële schade omvat bijvoorbeeld schade aan eigendommen, zoals een beschadigd voertuig door vallende dakpannen of letselschade, zoals medische kosten na een val door een gebroken trapleuning. Immateriële schade is minder tastbaar en omvat bijvoorbeeld smartengeld voor pijn en leed die iemand heeft geleden door het ongeval.
Een voorbeeld van hoe dit in de praktijk werkt, is een situatie waarin een voorbijganger letsel oploopt doordat een dakpan van een slecht onderhouden gebouw naar beneden valt. De eigenaar van het gebouw wordt dan aansprakelijk gesteld voor de schade die de voorbijganger lijdt, bijvoorbeeld de medische kosten of gederfde inkomsten door het niet kunnen werken. Ook kan het slachtoffer smartengeld claimen voor het leed en de pijn die het ongeluk heeft veroorzaakt. Het slachtoffer hoeft niet aan te tonen dat de eigenaar bewust nalatig is geweest; het feit dat de dakpan een gevaar vormde en schade veroorzaakte, is voldoende om de eigenaar aansprakelijk te stellen.
In de praktijk komt het vaak voor dat slachtoffers van schade veroorzaakt door gebrekkige opstallen een schadeclaim indienen bij de eigenaar of de verzekeraar van de eigenaar. De eigenaar heeft vaak een opstalverzekering afgesloten die dekking biedt voor schade veroorzaakt door gebreken aan het gebouw. De verzekeraar betaalt in zulke gevallen meestal de schadevergoeding aan het slachtoffer. Als er echter sprake is van ernstige nalatigheid, bijvoorbeeld wanneer de eigenaar al lange tijd op de hoogte was van het gevaarlijke gebrek maar niets deed om het te verhelpen, kan de verzekeraar besluiten om de schade niet te dekken. In dat geval moet de eigenaar de schade uit eigen zak betalen.
Een belangrijk aspect van artikel 6:174 BW is dat het de bewijslast voor het slachtoffer vermindert. Het slachtoffer hoeft alleen aan te tonen dat de schade is veroorzaakt door een gebrek aan de opstal. Hij hoeft niet te bewijzen dat de eigenaar nalatig is geweest of bewust het gevaar heeft genegeerd. Dit maakt het voor slachtoffers gemakkelijker om een schadevergoeding te krijgen, omdat de aansprakelijkheid in principe al vaststaat zodra er sprake is van een gebrek dat schade heeft veroorzaakt.
Dit betekent echter niet dat de eigenaar altijd aansprakelijk is. De eigenaar kan onder bepaalde omstandigheden een beroep doen op overmacht of aantonen dat het gebrek pas net is ontstaan en hij geen tijd heeft gehad om het te verhelpen. Bijvoorbeeld, als een dakpan tijdens een zware storm naar beneden is gekomen, kan de eigenaar aanvoeren dat dit een onverwachte en onvoorziene gebeurtenis was, waardoor hij niet aansprakelijk is. Dit verweer slaagt echter alleen in uitzonderlijke gevallen, omdat de eigenaar meestal wordt geacht voldoende voorzorgsmaatregelen te hebben genomen om schade te voorkomen.
Eigenaren en beheerders van opstallen kunnen hun aansprakelijkheid onder artikel 6:174 BW beperken door regelmatig onderhoud en inspecties uit te voeren. Het is van groot belang dat zij ervoor zorgen dat hun gebouw of constructie in goede staat verkeert en geen risico vormt voor de veiligheid van anderen. Dit betekent dat zwakke plekken, zoals scheuren in muren, loszittende dakpannen of gebroken trapleuningen, direct moeten worden gerepareerd zodra deze worden opgemerkt.
Daarnaast is het belangrijk dat eigenaren tijdig maatregelen nemen om hun gebouw te beschermen tegen bekende risico’s, zoals extreme weersomstandigheden. In sommige gevallen kan het ook nuttig zijn om een aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven (AVB) af te sluiten, die dekking biedt voor schadeclaims van derden. Dit kan voorkomen dat de eigenaar bij een schadeclaim zelf grote bedragen moet betalen voor schade die door een gebrek aan zijn opstal is ontstaan.
Conclusie: artikel 6:174 BW biedt bescherming voor slachtoffers
Artikel 6:174 BW is een belangrijke bepaling die slachtoffers van schade door gebrekkige opstallen beschermt. Het legt de verantwoordelijkheid bij de eigenaar of beheerder van een opstal om ervoor te zorgen dat het gebouw of de constructie veilig is. Als een opstal door een gebrek schade veroorzaakt, is de eigenaar aansprakelijk, zelfs als hij niet direct op de hoogte was van het probleem. Dit maakt het voor slachtoffers gemakkelijker om een schadevergoeding te krijgen en geeft eigenaren een sterke prikkel om hun eigendommen goed te onderhouden.
“Kom van dat dak af, waarschuw je niet meer”
De veiligheid van een dak lijkt misschien vanzelfsprekend, maar het onderhouden van een deugdzaam dak is van cruciaal belang om ongelukken en letselschade te voorkomen. Daken die niet goed worden onderhouden of die structurele gebreken vertonen, kunnen grote risico’s met zich meebrengen. Denk aan vallende dakpannen, lekkages die leiden tot instortingsgevaar of een slecht aangebrachte dakconstructie die onder extreme weersomstandigheden kan bezwijken. De eigenaar of beheerder van een gebouw draagt een grote verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat het dak veilig en betrouwbaar is. In dit artikel leggen we uit hoe die verantwoordelijkheid eruitziet en wat er gebeurt als een eigenaar of beheerder hierin tekortschiet.
Wat betekent het hebben van een deugdzaam dak?
Een deugdzaam dak is een dak dat goed onderhouden, veilig en vrij van gebreken is. Dit houdt in dat het dak voldoet aan de eisen van veiligheid en stevigheid die men ervan mag verwachten. Een dak moet bestand zijn tegen normale weersomstandigheden zoals regen, sneeuw en wind, zonder dat dit leidt tot problemen zoals lekkages of instortingsgevaar. Daarnaast moeten losse dakdelen, zoals dakpannen of isolatiemateriaal, stevig vastzitten om te voorkomen dat deze losraken en vallen.
Een deugdzaam dak is een dak dat regelmatig wordt geïnspecteerd en onderhouden. Dit is niet alleen van belang voor het behoud van het gebouw, maar ook voor de veiligheid van bewoners, gebruikers en voorbijgangers. Daken die niet goed worden onderhouden kunnen leiden tot ernstige ongelukken, bijvoorbeeld wanneer dakpannen naar beneden vallen en iemand verwonden. De verantwoordelijkheid voor een deugdzaam dak ligt bij de eigenaar of beheerder van het gebouw.
De eigenaar of beheerder van een gebouw heeft volgens de wet een zorgplicht om ervoor te zorgen dat het gebouw veilig is voor iedereen die zich in of rondom het pand bevindt. Deze zorgplicht geldt in het bijzonder voor het dak, omdat een dak dat niet deugdzaam is, ernstige gevaren kan opleveren. Een instortend dak, vallende dakpannen of andere gebreken kunnen leiden tot letselschade bij mensen die het gebouw gebruiken of erlangs lopen. De eigenaar of beheerder moet dus alles in het werk stellen om dergelijke situaties te voorkomen.
De zorgplicht houdt in dat de eigenaar of beheerder regelmatig inspecties moet uitvoeren om de staat van het dak te controleren. Dit kan betekenen dat hij een professionele dakinspecteur moet inhuren om te controleren op slijtage, lekkages, losse dakpannen of andere gebreken. Daarnaast moet de eigenaar ervoor zorgen dat eventuele problemen snel worden opgelost. Als er sprake is van achterstallig onderhoud, of als de eigenaar op de hoogte is van gebreken aan het dak maar deze niet laat repareren, kan hij aansprakelijk worden gesteld voor de schade die hierdoor ontstaat.
In Nederland wordt de aansprakelijkheid van de eigenaar of beheerder van een gebouw geregeld in artikel 6:174 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Dit artikel bepaalt dat de bezitter van een opstal, zoals een gebouw of dak, aansprakelijk is voor schade die wordt veroorzaakt door een gebrek aan die opstal. Het gaat hier om risicoaansprakelijkheid, wat betekent dat de eigenaar of beheerder verantwoordelijk is voor de schade, ook als hij zelf niet direct schuldig is aan het ontstaan van het gebrek.
Risicoaansprakelijkheid houdt in dat de eigenaar niet hoeft te weten van het gevaar om toch aansprakelijk te zijn. Als er bijvoorbeeld een dakpan naar beneden valt en letselschade veroorzaakt, kan de eigenaar aansprakelijk worden gesteld, zelfs als hij niet wist dat de dakpan loszat. Dit komt doordat de wet ervan uitgaat dat de eigenaar verantwoordelijk is voor het onderhoud van zijn eigendom en dus moet zorgen dat het veilig is. Als het dak gebrekkig is, wordt aangenomen dat de eigenaar zijn zorgplicht niet is nagekomen.
In de praktijk betekent dit dat slachtoffers van letselschade door een ondeugdzaam dak eenvoudiger een schadevergoeding kunnen claimen. Zij hoeven niet aan te tonen dat de eigenaar bewust nalatig is geweest. Het enkele feit dat het dak een gevaar vormde en schade veroorzaakte, is voldoende om de eigenaar aansprakelijk te stellen. Voor de eigenaar betekent dit dat hij extra zorgvuldig moet zijn in het onderhoud van het dak om te voorkomen dat hij aansprakelijk wordt gesteld voor ongelukken.
Wat zijn de gevolgen van een ondeugdzaam dak?
Een ondeugdzaam dak kan ernstige gevolgen hebben voor zowel de eigenaar als de gebruikers van het gebouw. Wanneer een dak niet goed onderhouden wordt, kan dit leiden tot gevaarlijke situaties. Loszittende dakpannen kunnen naar beneden vallen en voorbijgangers verwonden. In ernstige gevallen kan een slecht onderhouden dak zelfs instorten, met alle gevolgen van dien. De schade kan variëren van materiële schade aan eigendommen tot letselschade bij mensen die gewond raken door de instorting.
Als de eigenaar of beheerder nalatig is geweest in het onderhoud van het dak en dit heeft geleid tot een ongeval, kan hij aansprakelijk worden gesteld voor de schade. Dit kan betekenen dat hij moet opdraaien voor de medische kosten van het slachtoffer, schade aan eigendommen en smartengeld voor het leed dat het slachtoffer heeft geleden. Als er sprake is van ernstige letselschade, zoals blijvend letsel of de dood van een persoon, kunnen de schadeclaims aanzienlijk oplopen.
Daarnaast kan een eigenaar ook geconfronteerd worden met hoge kosten voor de reparatie van het dak en eventuele andere delen van het gebouw die zijn beschadigd door de instorting. Als de eigenaar verzekerd is, kan hij mogelijk een beroep doen op zijn opstalverzekering of aansprakelijkheidsverzekering voor bedrijven (AVB) om de kosten te dekken. Maar als blijkt dat de eigenaar nalatig is geweest in het onderhoud, kan de verzekeraar besluiten om niet uit te keren, waardoor de eigenaar zelf verantwoordelijk is voor het betalen van de schade.
Eigenaren en beheerders van gebouwen kunnen hun aansprakelijkheid voor een ondeugdzaam dak beperken door te zorgen voor regelmatig onderhoud en inspecties. Het is belangrijk om ervoor te zorgen dat het dak in goede staat verkeert en dat eventuele gebreken tijdig worden opgemerkt en verholpen. Dit kan bijvoorbeeld inhouden dat een eigenaar een jaarlijkse dakinspectie laat uitvoeren door een professional om te controleren op slijtage, lekkages en andere zwakke plekken.
Daarnaast is het van belang om direct in te grijpen wanneer er problemen worden ontdekt. Als er bijvoorbeeld losse dakpannen zijn of als er scheuren in het dak verschijnen, moet de eigenaar deze problemen zo snel mogelijk laten repareren. Het uitstellen van reparaties kan niet alleen leiden tot grotere schade aan het dak, maar ook tot gevaarlijke situaties die letselschade kunnen veroorzaken.
Het afsluiten van een goede verzekering kan eveneens helpen om de financiële gevolgen van aansprakelijkheid te beperken. Een opstalverzekering biedt dekking voor schade aan het gebouw zelf, terwijl een aansprakelijkheidsverzekering kan helpen bij het dekken van schadeclaims van derden. Toch moeten eigenaren er rekening mee houden dat verzekeraars soms weigeren uit te keren als blijkt dat de eigenaar nalatig is geweest in het onderhoud van het dak.
Conclusie: verantwoordelijkheid voor een deugdzaam dak is cruciaal
Het onderhouden van een deugdzaam dak is van groot belang om letselschade en andere schade te voorkomen. De eigenaar of beheerder van een gebouw heeft de wettelijke plicht om ervoor te zorgen dat het dak veilig is en geen gevaar vormt voor de gebruikers van het gebouw of voorbijgangers. Als het dak gebrekkig is en leidt tot schade, kan de eigenaar aansprakelijk worden gesteld, zelfs als hij niet op de hoogte was van het probleem.
Door regelmatig onderhoud en inspecties uit te voeren, kunnen eigenaren hun aansprakelijkheid beperken en ervoor zorgen dat het dak in goede staat blijft. Dit voorkomt niet alleen onnodige schadeclaims, maar beschermt ook de veiligheid van mensen in en rondom het gebouw.
Onze inzet is om jou (juridisch) te ontzorgen. Jij hebt als slachtoffer of gedupeerde immers al genoeg aan je hoofd. Schroom niet en zoek contact met ons om in de meeste gevallen gratis rechtshulp te ontvangen van ervaren en gespecialiseerde team van advocaten.
Onze inzet is om jou (juridisch) te ontzorgen. Jij hebt als slachtoffer of gedupeerde immers al genoeg aan je hoofd. Schroom niet en zoek contact met ons, om in de meeste gevallen gratis rechtshulp te ontvangen van ervaren en gespecialiseerde advocaten.